‘Kameraden, gedenkt uw zwakke en ongelukkige werkgezellen. Steunt Heropbeuring!’ De boodschap verschijnt telkens opnieuw in kleine maar vette lettertjes tussen de andere artikels. Een lezer van het BTB-blad De Haven in 1947 kan er niet naast kijken.
De zieke werkmakkers in De Mick horen erbij en mogen niet in de steek worden gelaten. Tegelijk, op dezelfde bladzijden, wordt week na week de lijst afgedrukt van de kleine maar eindeloos vele initiatieven om centen te verzamelen voor De Mick: ‘Rondgehaald in café Cambrinus na lied gezongen door P. Van Olmen: 140 frank ; tweede storting door ceelbazen en forelieden van Stouwerij De Vos: 1000 frank ; omhaling crochetavond in café Rumba: 666,65 frank ; rondgehaald in café Plezante Hoek bij Julia: 130 frank.’
De Mick omvat zowel een inner als een outer community. Er is de instelling zelf natuurlijk, met haar zorg voor patiënten en bewoners en de wereld van het personeel, dat daarvoor instaat. Maar rond De Mick bestaat ook een veel bredere gemeenschap met naast de hele socialistische beweging ook de families en iedereen die zich betrokken voelt bij het lot van de zieke medemens. Die bredere beweging vormt een antenne naar de buitenwereld en maakt van De Mick zo veel meer dan enkel het domein in Brasschaat. De wisselwerking tussen zorg en solidariteit is misschien wel de belangrijkste rode draad in de geschiedenis van de instelling.