In de loop van de jaren 1950 en 1960 lijkt alles op wieltjes te lopen. Voorzitter Louis Major en directeur Pierre Van den Bergh hebben de touwtjes stevig in handen. Sinds 1953 is ook een vriendenkring actief die De Mick wijd en zijd bekendheid geeft.

Sana De Mick wordt een begrip in het Antwerpse: goede verzorging, goed eten, vriendelijke mensen en alles aan de laagste tarieven. Maar er duiken donkere wolken op. Eerst en vooral is er de snelle evolutie van de gezondheidssector, die voortdurende aanpassingen en dure verbouwingen noodzakelijk maakt. De Mick blijft getrouw aan zijn sociale missie, maar zakt in de loop der jaren langzaam dieper in de schulden weg. Maar de belangrijkste factor is iets dat de essentie van De Mick zelf aantast: door de steeds efficiëntere antibiotica neemt het aantal tbc-patiënten almaar af. Die drie punten vormen de start van meer dan een halve eeuw woelige conversies, verbouwingen en hervormingen.

In grote lijnen komt de omschakeling erop neer dat De Mick een verschuiving doormaakt van kliniek (sana, revalidatie) naar zorgcentrum (bejaarden, gehandicapten). De tweehonderd bedden van het oude sanatorium worden opgegeven. Ze worden gedeeltelijk omgezet in zorgbedden, de rest gaat op in een fusie met een ander ziekenhuis. Tegelijk verwerft De Mick nieuwe bedden in de zorgsector, zodat het huidige aantal bedden zelfs hoger ligt dan in 1970. De grote kracht van De Mick, het prachtige en moderne gebouw uit 1953, is daarbij misschien wel het grootste obstakel. Zo goed uitgerust als het was begin jaren 1950, zo weinig geschikt blijkt het voor de snel evoluerende eisen van een ziekenhuis. Er zijn voortdurende en erg dure verbouwingen nodig.

Laten we deze geschiedenis wat nader in detail bekijken. Het alarm gaat voor de eerste keer af in augustus 1964, wanneer het aantal sanatoriumpatiënten voor het eerst onder de grens van de 150 daalt. Het jaar erna beginnen de eerste verbouwingen van een ambitieus conversieprogramma, dat in 1985 symbolisch eindigt met het vertrek van de laatste tbc-patiënt uit De Mick.

Directeur Jacques Van den Berghe loodst zijn instelling een nieuw tijdperk binnen en vormt Sana De Mick om tot Kliniek De Mick. Daarvoor moet hij eerst en vooral de sanatoriumbedden omruilen voor kliniekbedden, eerst nog voor algemene ziekenhuisbedden, maar al snel specifiek voor bedden voor revalidatiepatiënten en hulpbehoevende ouderen. Anders gezegd, De Mick evolueert naar patiënten die een intensieve behandeling nodig hebben en die – grof gesteld, al is het een trieste waarheid – in vele andere ziekenhuizen niet welkom zijn omdat ze te veel kosten.

De Mick blijft zijn missie getrouw en kiest resoluut voor de zwaksten, voor de zieken die de meeste verzorging nodig hebben: geamputeerden, comapatiënten, alzheimerpatiënten, patiënten met multiple sclerose, parkinson, ALS, enzovoort.

Maar daar komt heel wat bij kijken. Er is veel meer verplegend personeel nodig en gespecialiseerde diensten zoals kinesitherapie, ergotherapie, logopedie en zelfs psychologische en morele begeleiding. De kamers moeten worden verbouwd tot eenpersoonskamers. De oude schuifdeuren voor de rustkuur van de sanatoriumpatiënten moeten worden vervangen door beter geïsoleerde ramen en zonneluifels. De oude ligterrassen op de bovenste verdieping moeten plaats ruimen voor kine- en ergolokalen. De keuken moet aan nieuwe eisen voldoen voor de bereiding van sondevoeding. Er komt veel meer administratief werk bij kijken, en de medische diensten en de kamers zijn dringend toe aan vernieuwing.

De geleverde inspanningen zijn enorm, maar De Mick hapt naar adem en raakt stilaan uitgeleefd door de voortdurende besparingen en veranderingen. Wanneer dokter Bogaert in 1987 aantreedt als nieuwe hoofdgeneesheer is de algemene indruk van De Mick die van een donker kot, uitgewrongen door jarenlange onderinvestering.

Het is tijd voor een nieuwe stap voorwaarts.