De eerste versie van Sanatorium De Mick opent de deuren in januari 1927. In 1934 wordt het gebouwencomplex uitgebreid, waarbij architect Edward Van Steenbergen ten volle zijn modernistische ideeën kan vorm geven.
Over de vroegste jaren van Heropbeuring en Sanatorium De Mick weten we niet alles. Toch kunnen we een beknopte chronologie samenstellen.
In 1903 richten enkele bevriende dokwerkers een liefdadig werk op dat ze Heropbeuring noemen. Door het inrichten van duivenprijskampen zamelen ze geld in om de zwakke kinderen van dokwerkers te plaatsen in buitenverblijven. De Eerste Wereldoorlog legt hun werking stil maar in 1922 wordt de vereniging opnieuw leven ingeblazen in de vorm van een vzw, opnieuw onder de naam Heropbeuring.
Heropbeuring heeft al snel ambities om steun te geven aan zieke dokwerkers en zeelieden. Enkele leden laten hun oog vallen op een mooi groen domein in Brasschaat genaamd De Mick, en met name op een terrein van een goede 20 hectare rond een oude middeleeuwse hoeve gekend als de Grote Mik. De terreinen zijn eigendom van de stad Antwerpen, meer bepaald van het Bureel van Weldadigheid (hetgeen we later OCMW noemen).
Op 9 juni 1923 stuurt Heropbeuring een brief aan het Bureel met het verzoek om het domein rond de Mickhoeve te huren. Er is echter een kaper op de kust, een boer heeft een voorstel ingediend om de hoeve te pachten. Op 25 juni laat Heropbeuring weten aan het Bureel dat ze erin geslaagd zijn om de boer in kwestie te overtuigen om zijn voorstel in te trekken, en op 4 juli wordt de huurovereenkomst getekend.
Vanaf 1 oktober 1923 heeft Heropbeuring een terrein van 20 hectare ter beschikking. Aanvankelijk wordt gedacht om enkele lighallen op te trekken om zieke arbeiders toe te laten van de gezonde lucht te genieten, maar vrijwel onmiddellijk wordt het duidelijk dat het nodig is om een eigen instituut te bouwen.
Een jonge Antwerpse architect, Edward Van Steenbergen, wordt aangesproken om de plannen te tekenen. In oktober 1923 levert hij reeds een ontwerp voor een sanatorium voor 12 zieken. Dat wordt echter als niet haalbaar gezien en na wat heen en weer getrek door diverse commissies wordt in januari 1925 uiteindelijk een derde ontwerp goedgekeurd voor 24 patiënten.
Bouwen op gehuurde gronden is niet echt een goed idee en dus vraagt Heropbeuring in mei 1925 aan het Bureel van Weldadigheid om een beperkt stuk grond van 5 hectare te mogen kopen. De provincie, die bereid is om mee te financieren, gaat evenwel niet akkoord en eist dat het hele terrein wordt aangekocht. Aldus wordt op 4 december 1925 beslist om een terrein van in totaal 29 hectare te verkopen aan de vzw Heropbeuring, aan een gunstige prijs omdat de uitbating van een privaat sanatorium de druk verlicht op de openbare weldadigheid van Antwerpen.
De bouwwerken gaan van start en Sanatorium De Mick verrijst op de terreinen in Brasschaat, op een steenworp van de oude Mickhoeve. In januari 1927 gaan de deuren open en ontvangt het sanatorium de eerste patiënten.
Sanatorium De Mick doet het goed en blijkt al snel te klein. Het aantal bedden wordt uitgebreid tot 27 en later tot 31, maar ook dit volstaat niet. Het instituut heeft enkel een gelijkvloers, en architect Van Steenbergen wordt gevraagd om er een verdieping bij te bouwen. Ditmaal hoeft er geen eindeloze ommegang langs commissies te gebeuren en Van Steenbergen kan ten volle zijn ideeën uitwerken.
Het resultaat, geopend in oktober 1934, is spectaculair. Sanatorium De Mick is omgetoverd tot een modernistisch meesterwerk, een symfonie van ijzer, beton en glas zoals de BTB het enthousiast uitdrukt. Dit bouwwerk zou vandaag ongetwijfeld als een beschermd monument gelden, maar de oorlog beslist daar helaas anders over.